Wat is faceteren?

Edelsteenslijperij "Morion"

Wat is faceteren?


Inleiding.

In dit tekstdeel wordt het facetslijpen onder de loep genomen. Faceteren is een slijptechniek die maar door weinig mensen wordt beoefend. De reden hiervoor is niet dat er geen belangstelling voor is, maar er is moeilijk aan informatie te komen hoe je er mee kunt beginnen en wat je precies nodig hebt om er een goede start me te maken. Helaas ligt in uw bibliotheek geen enkel boek wat u kunt raadplegen en ook de boekhandel kan u niet verder helpen. In een aantal tekstdelen hoop ik hier verandering in te brengen om deze schitterende slijptechniek wat meer onder de aandacht te brengen. Het doel is daarbij om in een tijd van enkele weken het gehele verhaal te plaatsen. Natuurlijk kunt u er ook op reageren via het bekende E-mail adres.

Faceteren is het aanbrengen van (meestal) veel kleine platte vlakjes op een doorzichtige steen. De aangebrachte facetten hebben allemaal regelmatige vormen,en sluiten in de hoekpunten perfect op elkaar aan. Mits de slijper de juiste slijphoeken heeft gebruikt, werken de facetten van de geslepen steen als een spiegel,en wordt het inkomende licht in de steen een groot aantal malen gereflecteerd. Tevens is het mogelijk om optimaal gebruik te maken van de optische eigenschappen van de steen. Hierdoor wordt het inkomende licht,behalve meerdere malen gereflecteerd,ook nog eens in de zeven spectrumkleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet uitèèn gelegd.

Door op een ruwe steen facetten aan te brengen, kun je deze steen veranderen in een kleurrijk, en flonkerend geheel, welke je met recht een "edelsteen" mag noemen.

Het eindresultaat is voor een belangrijk deel van het vakmanschap en de vindingrijkheid van de slijper afhankelijk, maar ook van de steensoort, de helderheid van de steen, en de eventuele aanwezigheid van insluitsels en/of barstjes.

Faceteren kan iedereen leren! Het is niets meer dan een techniek, zoals alle andere technieken die oefening, doorzettingsvermogen, en geduld vereisen, maar het is niet echt moeilijk. Vergelijk dit met pianospelen. Als u nog nooit achter een piano heeft gezeten, en u kunt geen enkele noot lezen, is het onbegrijpelijk dat een pianist, zelfs zonder naar de toetsen te kijken de juiste toetscombinatie aan weet te slaan, en dan ook nog met beide handen gelijktijdig.

Wanneer u zich dan realiseert dat onze pianist vrijwel zeker net als iedereen begonnen is met het aanslaan van de toetsen met èèn vinger,(waarschijnlijk de wereld beroemde ouverture "Moe, er ligt een kip in 't water"), begrijpt u dat ook zijn kundigheid grotendeels is ontstaan door oefenen. . .oefenen. . . en nogmaals oefenen.

Met het faceteren van edelstenen gaat het precies zo. De eerste steen die u gaat slijpen is vrijwel zeker niet foutloos, of u bent toevallig een natuurtalent. Meestal zijn de facetten op uw eerste steen niet helemaal gelijk van vorm, staan ze iets scheef ten opzichte van elkaar, verschillen ze iets in grootte, en sluiten ze in de raakpunten ook niet perfect aan. Ondanks deze onvolkomenheden is het wel uw eerste zelf gefaceteerde steen, die voor de meeste beginnende slijpers een speciale waarde heeft. Bijna alle vakkundige slijpers die ik ken hebben hun eerste steen nog en kijken er met een speciale liefde naar, ondanks de duidelijk zichtbare fouten.

De daaropvolgende steen vertoond al minder fouten, en naarmate je meer stenen slijpt worden de fouten ook steeds minder. Na enkele stenen te hebben geslepen, kom je tot de conclusie dat de foutjes die je nu nog maakt uiterst klein zijn, en praktisch niet meer zichtbaar. Dit is dus precies gelijk aan de pianist in mijn voorbeeld, het is domweg een kwestie van oefenen . . . oefenen . . . en nogmaals oefenen.

Wanneer u een vakman aan het werk ziet, vallen er een aantal zaken op. Menige hobbyslijper heeft het idee dat de "echte' vakman perfecte apparatuur ter beschikking heeft. In werkelijkheid valt de echte vakman op door de eenvoud van zijn machine en toebehoren. Vaak gebruikt hij niet eens een facetkop, maar een houten plankje waar een groot aantal gaten volgens een speciaal patroon zijn aangebracht. In een later stadium kom ik hierop terug. Verder zijn ze graag bereid om u van advies te dienen. Dat laatste is erg belangrijk als het even niet zo best lukt en u weet niet waarom.

De meest bekende edelsteenhandelsplaats waarin u die vakman aan het werk kunt zien is in Idar-Oberstein. Deze Duitse plaats ligt in de Hunsruck, ongeveer 100 km schuin onder de bekende plaats Koblenz. Gerekend vanaf Utrecht is dit ongeveer 425 kilometer reisafstand. Omdat er in de wijde omgeving van Idar-Oberstein prachtige agaten, bergkristal,amethist, rhyoliet, jaspis en calciet gevonden wordt, en u daar zelf ook zelf deze mooie stenen kunt zoeken, is het ook een uitstekende keus voor een leuk en leerzaam weekeindje weg.

Idar-Oberstein wordt al sedert 1584 in de geschiedenis genoemd als edelsteenhandelsplaats. Dit omdat er in de omringende rotsformaties een grote hoeveelheid edelstenen gevonden werden. Vooral het veelvuldig voorkomen van schitterende agaten heeft deze slijpersplaats wereldberoemd gemaakt. Nog steeds kunt u in de ruime omgeving van deze plaats prachtige edelstenen vinden, zij het minder dan vroeger, maar er worden nog steeds met regelmaat goede vondsten gedaan. Hierdoor is deze stad in de loop der tijd uitgegroeid tot de belangrijkste edelsteen handelsplaats in ons deel van Europa en heeft het vakmanschap van de daar werkende slijpers voor wereldroem gezorgd.

Verder treft u in het stadsdeel Idar het wereld beroemde edelsteenmuseum aan. Dit museum laat twee belangrijke zaken zien en wel het ontstaan/ontwikkeling van de edelsteenindustrie in Idar-Oberstein en omgeving. In de tweede plaats zijn nagenoeg alle voorkomende edelstenen met een weergaloze schoonheid in dit museum te bewonderen.


Wat heb je minimaal nodig om te faceteren?

In dit tekstdeel wordt een opsomming gegeven wat je MINIMAAL nodig hebt om met het faceteren te kunnen beginnen. U treft er dus een overzicht in aan en geen gedetailleerde beschrijving. In een van de volgende onderdelen van deze uitleg wordt elk genoemd onderdeel op doel, opbouw en werking uitgelegd. Daarbij treft u wel de gedetailleerde informatie aan, zodat u de precieze werking van elk onderdeel kunt begrijpen.

Bij het faceteren breng je een aantal facetten in de vorm van kleine platte vlakjes onder de juiste hoek, en stand op een steen aan. Ook sluiten de naast elkaar liggende facetten precies aan elkaar aan. Voor dit doel heb je een machine nodig die de slijp-en polijstschijven aandrijft. Tevens is de machine voorzien van een facetkop, die de steen kan vasthouden en in de juiste stand en slijphoek tegen de slijpschijf kan houden. Alle bekende hobby slijpmachines zijn uitgerust met een elektromotor, een aandrijfsysteem en een facetkop. Het is mogelijk om te faceteren zonder facetkop, waarbij hulpmiddelen zoals een gatenplankje wordt gebruikt, maar dat lukt alleen de zeer ervaren beroepsslijper. Er zijn zelfs beroepsslijpers die een steen volkomen regelmatig kunnen faceteren uit de vrije hand, maar dat zijn de zeer zeldzame uitzonderingen.

Facetkoppen zijn er in diverse uitvoeringen, afhankelijk van het bijhorende machinetype. Een facetkop kan er verschillend uitzien, maar elke facetkop heeft wel hetzelfde doel, namelijk de steen absoluut spelingsvrij onder de juiste hoek en positie tegen de slijpschijf houden. Een gedetailleerde beschrijving hiervan wordt bij de uitleg van de slijpmachine beschreven. In het volgende tekstdeel worden de onderdelen die u minimaal nodig heeft om te kunnen beginnen ter sprake gebracht.


Machine

Een geschikte slijpmachine is voorzien van een elektromotor welke in toerental kan variëren. Deze snelheid variatie kan een traploze elektronische toerentalregeling zijn. Machines die geen traploze regeling hebben, werken meestal met meerdere aandrijfwielen van verschillende diameters. Door de aandrijfriem op een wiel met grotere, of kleinere diameter te plaatsen, verandert het toerental van de slijpschijf. In de praktijk voldoet een machine met enkele aandrijfwielen zeker net zo goed als een machine met elektronische regeling. Verder is het in de praktijk bijna niet nodig om snelheidvariaties in te stellen. Als vuistregel kan je stellen dat je een zachte steen met een laag toerental (ca 400-600 omwentelingen per minuut), en een harde steen op een iets hoger toerental (700-1000 omwentelingen per minuut) slijpt. Omdat je elke steen perfect kunt slijpen op een lagere snelheid, hebben de meeste mensen weinig behoefte aan de snelheidvariatie mogelijkheid.

Daarnaast zijn sommige machines uitgerust met een mogelijkheid om de draairichting te kunnen veranderen. Ook deze mogelijkheid is niet vaak nodig, maar het komt wel eens voor dat de te slijpen steen richtingsgevoelig is. Dit kunt u dan waarnemen door kleine “ rare ” glimmende plekjes of minuscule gaatjes welke in het slijpoppervlak zichtbaar zijn. Door de draairichting te veranderen kan dit soms verholpen worden. Dit verschijnsel komt zowel bij natuurlijke stenen, als ook bij synthetische stenen voor.

Andere eisen die je aan een goede machine moet stellen zijn een zo geruisloos mogelijke aandrijving, spatvrij en waterbestendigheid. Slijpen doe je nat, en dus moeten de machineonderdelen van roestvast materiaal gemaakt zijn. Er is dus ook een voorziening op de machine om water in druppelvorm op de slijpschijf te krijgen, en het gebruikte water weer af te voeren. De functie van het water is dus afvoer van steenslijpsel en koeling van de steen en schijf in de slijpzone.


Slijpschijven

Om te kunnen slijpen heeft u slijpschijven nodig. De slijpschijven die je in een facetmachine gebruikt, zijn tegenwoordig allemaal voorzien met diamant als slijpmiddel. Vroeger werden wel gietijzeren schijven gebruikt waarop een papje van olie en carborundum slijppoeder werd gesmeerd, maar dit versmeerde de machine enorm en het carborundumpoeder komt overal in de machine te zitten waardoor lagers en dergelijke ernstige slijtage gingen vertonen. Tegenwoordig zijn diamantschijven ook voor de hobbyist makkelijk en goedkoop bereikbaar en hebben het gebruik van gietijzerschijven helemaal verdrongen. Een diamantschijf is vaak een stalenschijf met een gedeelte waarop, of waarin het diamant is aangebracht. Ook komen er diamantschijven voor van kunststof of harde rubbersoorten zoals eboniet. Voor het faceteren heeft u tenminste twee slijpschijven, en èèn polijstschijf nodig. De eerste slijpschijf is voorzien van grof diamantpoeder, waardoor deze schijf geschikt is om de steen snel de gewenste vorm te geven. De tweede slijpschijf is voorzien van een zeer fijne diamantkorrel. Hiermee kunt u de geslepen vlakken van de eerste schijf zodanig afwerken en krasvrij maken, dat hierna de vlakken gepolijst kunnen worden.

De derde schijf die u nodig heeft is een polijstschijf. Voor stenen met een lage hardheid zoals de kwartsgroep, is dit vaak een metalen schijf van een tin/lood legering. Ook wordt voor stenen tot een hardheid van ca. 8 op de Mohse schaal ook vaak een kunststofschijf van polyacrylamide (in de volksmond plexiglas genoemd) gebruikt. Voor de hardere stenen zoals saffier en robijn worden speciale schijven van koper, zink, composietmateriaal, en zelfs gietijzer gebruikt. Al deze schijven bevatten zelf geen polijstmiddel maar moeten voor gebruik voorzien worden van een kleine hoeveelheid polijstpoeder, of pasta, wat op een speciale manier in poriën of aangebrachte groeven wordt gewreven. Het polijstmiddel is voor de zachtere stenen tot een hardheid van ca. 8 op de Mohse schaal, meestal een vorm van een metaaloxide, zoals aluminium, cerium, tin, chroom, of titaanoxide. Voor de harde stenen zoals robijn of saffier met een hardheid 9, wordt vrijwel altijd diamantpoeder gebruikt.


Kitstiften.

Tijdens het slijpen of polijsten van de steen moet deze absoluut bewegingsvrij tegen de slijp-of polijstschijf gedrukt worden. Voor dit doel worden kitstiften gebruikt die ook wel met de benaming dopsticks worden aangeduid. Kitstiften zijn metalen stiften van 30- 50 mm lengte, en een dikte die afhankelijk van het machinetype variëren kan tussen 4 – 8 mm. De kitstift past in de facetkop, en kan met een schroef hierin vastgezet worden. Meestal is de kitstift ook voorzien van een inkeping, waardoor deze stift maar in èèn stand in de facetkop geplaatst kan worden. Het is dan mogelijk om de kitstift met steen uit de facetkop te halen en er in een later stadium weer in exact de juiste stand terug te plaatsen.

De steen wordt met behulp van een steenkit op de stift vastgezet. De steenkit is een soort zegellak, die je in gesmolten toestand op de steen en stift aanbrengt. Door nadien de steen en stift op elkaar te drukken, zit de steen na afkoeling van de kit vast op de stift. Het verwijderen van de steen kan door de kit weer te verwarmen, zodat de kit weer smelt.


Omzetter.

Als een steen op de kitstift is vastgezet, kunt u maar èèn kant van de steen slijpen. Dit kan de onderkant, maar ook de bovenkant zijn. Wanneer u deze ene kant helemaal geslepen en gepolijst hebt, moet de andere kant van de steen geslepen worden. Stel dat we de onderkant van een steen af hebben, is nu de bovenkant aan de beurt. De steen moet dus van de kitstift worden losgemaakt, omgedraaid en weer opnieuw worden vastgezet.. Praktisch gezien is het vrijwel onmogelijk om die omzetting zo precies uit te voeren, dat de facetten aan onder en bovenzijde precies tegenover elkaar aansluiten en volkomen recht zitten. Omdat dit toch noodzakelijk is, gebruiken we een omzetter. Een omzetter is dus een speciaal stukje gereedschap waarmee het mogelijk is om de steen volkomen recht en in de juiste stand om te draaien en weer op een kitstift vast te zetten. Hierna kan de andere kant van de steen geslepen worden.


Steenkit.

Voor het vastzetten van de steen aan een kitstift heeft u steenkit nodig. Steenkit is vergelijkbaar met zegellak en kan smelten door het te verwarmen, en stollen door het af te koelen. Steenkit is te koop met verschillende smelt / stol temperaturen. Afhankelijk van de temperatuurgevoeligheid van de steen en de temperatuur die tijdens het slijpen van de steen kan ontstaan, maak je hieruit een keuze. De smelttemperatuur van de steenkit wordt met behulp van de kleur aangegeven.


Brander.

Om de steenkit te smelten is een brander noodzakelijk. Omdat stenen vaak klein zijn, moet dit een precisiebrander zijn met een kleine lansvormige vlam. Er zijn bij de bekende doe het zelf zaken uitstekende brandertjes van dit type te koop. Er zijn uitvoeringen met een gaspatroon, maar ook branders die met aanstekergas navulbaar zijn. Om de steen langzaam op te warmen ten behoeve van het kitten kan deze steen op een elektrisch verwarmingselement worden gelegd. Hiervoor zijn de ouderwetse theelichtjes, die volop bij de kringloopwinkels verkrijgbaar zijn ideaal.


Klein gereedschap.

Als laatste heeft u nog wat klein gereedschap nodig die bij verschillende handelingen van pas komen. Hierbij moet u denken aan wat tangetjes, bijvoorbeeld om kitstiften tijdens het verwarmen vast te kunnen houden. Een goede pincet in liefst meerdere maten is een “ must “ en zo komt u vanzelf wel aan wat hulpgereedschappen die vanzelf sprekend zijn. U kunt bijvoorbeeld met een potlood op een steen tekenen, maar tijdens het slijpen veegt u met de hand de potloodlijn weer van de steen af. Door eerst een potloodlijn op de steen te zetten en daarna deze met nagellak te fixeren blijft de lijn ook tijdens en na het slijpen zichtbaar. Lijm, steenkit en nagellak kunt u van de stenen verwijderen door de steen in een beetje spiritus te zetten. Na verloop van korte tijd is alles in de spiritus opgelost en uw steen weer brandschoon.


Slijpvoorschrift

Een slijpvoorschrift is een lijst waarop een tekening staat van de steen zoals die er geslepen uitziet. Daarnaast staat er ook belangrijke informatie op die u nodig heeft om de steen te kunnen slijpen. Hierbij moet u denken aan de slijphoeken van de verschillende facetten, de stand die de steen op de slijpschijf moet krijgen en aanvullende informatie die tijdens het slijpen nodig is.

Zonder slijpvoorschrift kunt u geen steen slijpen en dat geeft al het belang van een slijpvoorschrift aan. Daarom wordt in een komend deel dit voorschrift uitgebreid behandeld.

De bovenstaande lijst van middelen / gereedschappen heeft u absoluut nodig om met het faceteren te kunnen starten. Een gedetailleerde uitleg van het gebruik of de bediening van elk onderdeel komt in een volgende uitleg weer ter sprake. In het eerstkomende deel gaan we eerst naar de steen kijken die we willen faceteren.

Vanaf nu gaan we ons verdiepen in de steen die we willen slijpen. Als u nog nooit een steen geslepen hebt, (lees gefaceteerd heeft) is het verstandig om met een goedkope steen te beginnen. Het risico dat het in de eerste keer mislukt, is redelijk groot. Begin daarom met een goedkope steen die bij het mislukken geen kapitaal heeft gekost.

Sommige ervaren slijpers raden beginners aan om met hun eerste steen te beginnen met een stukje glas in plaats van een steen. Als voordeel geven ze aan dat het bij mislukken niets heeft gekost. Glas kost inderdaad praktisch niets, maar ondanks dat voordeel raad ik u dit toch af.

Mijn voorkeur gaat uit naar een stukje bergkristal, of om de officiële naam te gebruiken kwarts, en wel om de volgende reden. Als u begint met een stukje glas, en het mislukt, is dat jammer, maar ook precies wat u wilde, het koste niets en u begint gewoon weer opnieuw.

Vroeger of later gaat het helemaal naar tevredenheid, u ziet nog wel enkele verbeterpunten, maar het ziet er helemaal niet slecht uit. Maar. . . U heeft nu een redelijk slijpresultaat, maar nog steeds geen steen om trots op te zijn. Hoe goed ook geslepen, het is en blijft een waardeloos stukje glas. Het enige voordeel was dat het goedkoop is, maar nu het gelukt is, heeft u daar niets aan, het is nog steeds geen "echte steen".

Als u in plaats van het stukje glas een stukje kwarts had gebruikt, is het financiële risico ook nagenoeg niets, omdat een helder stukje kwarts erg goedkoop is. Als het mislukt, bent u minder dan een Euro kwijt. Maar wanneer het slijpen wel lukt, heeft u nu een "echte" steen in handen en geen waardeloos glas.

Natuurlijk heeft uw eerste, zelf geslepen briljant geen hoge waarde, omdat er ongetwijfeld enkele foutjes ingeslopen zullen zijn, maar het is en blijft een "echte" steen die zo in uw vitrine kan. Conclusie: alles wat u uit glas slijpt blijf waardeloos, en gooit u vroeger of later weer weg, maar uw eerste briljant uit een echte steen geslepen, blijft zijn ereplaats in de vitrine houden. Het is opvallend hoeveel ervaren slijpers hun echte "eerste"steen nog steeds hebben.

Bergkristal is in de juiste kwaliteit een prachtige steensoort, die, mits juist geslepen, een ware schoonheid van een edelsteen oplevert. Bergkristal komt zo algemeen voor, dat het stukje ruwe steen dat u nodig heeft praktisch niets kost, of te wel het is nagenoeg net zo goedkoop als een stukje glas.

De eerste stap is dus het uitzoeken van een geschikte steen. Deze steen kunt u kopen bij een handelaar in edelstenen, of op een van de vele mineraal en stenenbeurzen die in Nederland gehouden worden. Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met een slijperij en daar uw stenen kopen. Adressen van deze handelaren zijn op het internet makkelijk op te sporen.

De tweede stap is dus het uitzoeken van een geschikte steen. Daarvoor is het belangrijk dat u het antwoord op de onderstaande vragen krijgt;

  • Hoe groot moet de steen zijn als die geslepen is?
  • Welk slijpmodel wil ik maken?
  • Welke kleur moet de steen hebben?
  • Waar moet ik bij het kiezen van de steen op letten?


  • We gaan proberen het antwoord op deze vragen te vinden.


    Hoe groot moet de geslepen steen worden?

    Het is verstandig om uw eerste zelf geslepen steen niet te klein te kiezen. Bij praktisch elke hobby facetslijpmachine moet u zelf de steen die in de facetkop geklemd zit op de slijpschijf drukken. Naarmate u de steen er langer ophoudt, wordt het facet wat u op dat moment slijpt groter. Vooral in het begin van uw slijpcarrière is het lastig om in te schatten hoe lang u de steen op de slijpschijf moet houden en met welke druk u dat moet doen om facetten te krijgen die allemaal even groot worden.

    Als u met een kleine steen (5-6 mm ) begint gaat het allemaal erg snel en worden de facetten snel te groot of te klein ten opzichte van elkaar. Het voordeel om de steen wat groter te kiezen is dat er ook wat meer materiaal weggeslepen moet worden, zodat u wat meer tijd hebt om te corrigeren als dat nodig mocht zijn.

    U krijg in dat geval wat meer wat meer de gelegenheid om te ervaren hoeveel steen er weg is nadat u deze een bepaalde tijd op de slijpschijf heeft gehouden. Ik raad de beginnende slijper aan om met een steen van minimaal 10 tot 12 mm te beginnen.In een later stadium kunt u ook grotere, of kleinere maten kiezen.

    Ook heeft u bij een “iets“ grotere steen het voordeel dat u vaker opnieuw kunt beginnen als het helemaal fout is gegaan. Met een kleiner gekozen steen is het meestal niet meer te doen om nogmaals opnieuw te beginnen, stomweg omdat de steen te klein geworden is. De uiteindelijke geslepen steen is dan wel kleiner geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was, maar beter een kleinere steen dan helemaal geen steen. Als u met een kleine steen begint, en het gaat fout, slijpt u alles weg en houdt u dus niets meer over om het nogmaals te proberen.


    Welk slijpmodel is het meeste geschikt als eerste keus?

    Wanneer u op het internet op zoek gaat naar verschillende slijpmodellen, zal u opvallen dat het aanbod behoorlijk groot is. Daarnaast zijn er diverse goede boeken te koop waarin ook diverse modellen zijn opgenomen. Keuze genoeg dus. Het ligt dan voor de hand dat u een slijpmodel kiest wat u mooi vindt, en er "makkelijk" uitziet. Hierin schuilt echter een groot gevaar, wat vaak ook de oorzaak is dat uw eerste steen mislukt. Soms zien slijpmodellen er erg simpel uit, maar blijken zelfs voor een ervaren slijper lastig te zijn. Ook komt het ongekeerde voor, er zijn slijpmodellen genoeg die veel verschillende facetten hebben, er erg moeilijk uitzien maar eigenlijk erg makkelijk te slijpen zijn. Wanneer je nog nooit geslepen hebt, is dat lastig herkennen. Een beginnende slijper moet eerst zelf een keuze maken uit meerdere modellen. Een van de keuzes is bijvoorbeeld een smaragdslijpsel die er met zijn rechte, evenwijdige vlakken niet echt moeilijk uitziet. Een tweede keuze is het briljantslijpsel, dat er met veel meer facetten welke allemaal in grootte verschillen veel moeilijker uitziet. U heeft het waarschijnlijk al begrepen, de laatste die er knap lastig uitziet is redelijk "simpel" te slijpen, en de eerste die er zo "simpel" uitziet blijkt een ware nachtmerrie van elke beginnende slijper te zijn. Bij het slijpen van het smaragdslijpsel moeten de facetten precies parallel geslepen worden. Bij het slijpen ontdek je dan dat deze facetten vaak scheef ten opzichte van elkaar komen te liggen, zodat je met een fijne correctie aan verstellen moet. Dit laatste is lastig, omdat de verstellingen vaak maar heel klein moeten zijn, en je moet geruime tijd voor het "mis" gaat al met de correctie beginnen om precies uit te komen. Voor een beginnende slijper een goede reden om eerst nog even wat ervaring op te doen voordat met dit slijpmodel begonnen wordt. Nu we na de informatie in het voorgaande deel al iets over de machine, slijpschijven en aanverwante zaken hebben doorgenomen en nu precies weten welk steenmodel we als eerste gaan slijpen kunnen in het komende deel beginnen aan onze eerste briljant.


    Aansluitend deel Facetslijpen

    Het vervolgdeel is een stukje praktijk. Het bestaat uit het kiezen van een geschikte ruwe steen, het eventueel uitzagen uit een grotere ruwe steen en het uit de hand voorslijpen in de gewenste grondvorm met de juiste afmetingen. Na dit handmatige voorslijpen van de steen wordt deze steen op een kitstift vastgezet. Hierna wordt de opgekitte steen in de facetmachine geplaatst en kan begonnen worden met het aanbrengen van het eerste facet.

    Bij alle fasen van het facetslijpen is het heel lastig om al deze praktische handelingen te beschrijven op een zodanige manier dat het u duidelijk wordt wat je precies moet doen, en hoe je dat het beste doet. Het is een praktijkhandeling en die moet je dus ook in de praktijk komen bekijken.

    Het beschrijven van alle vervolghandelingen die je moet doen om een schitterende steen te krijgen, is zodanig lastig dat ik daar van af zie. Maar..... ik ben begonnen aan een beschrijving, en wie A zegt, moet ook B zeggen. Daarom wordt u uitgenodigd om dit praktische deel in mijn werkplaats te komen meemaken op een van de maandelijkse demonstratie,- en informatiedagen.

    Met uitzondering van de maand december wordt er op (bijna) elke laatste zaterdag van de maand een informatie en demonstratiedag gehouden. Voor uitgebreidere informatie hierover klikt u op het kopje Demodag bovenaan op elke bladzijde van deze site. U treft daarin alle benodigde informatie aan.